Wijkvereniging Vogelzang

Wijkhistorie

startpagina | nieuws | wijkhistorie | huizen en bewoners | wijkverhalen | luchtfoto's

 

Bilthoven is in de 19e eeuw ontstaan als Station De Bilt, dat in 1863 aangelegd was bij de kruising van de spoorlijn Utrecht-Zwolle en de Soestdijkseweg. De kadasterkaart uit 1832 geeft de meest duidelijke weergave van de oorspronkelijke kavelindeling van het gebied (uiteraard nog zonder spoorlijn die ongeveer van linksboven naar rechtsonder loopt).
 

Kadastrale kaart van 1832.  Noord is rechts. Het hele gebied tussen de Eikensteinselaan (boven), de Soestdijkseweg (onder, toen Prinsenlaan), Jagtlust (linksonders), de Leijenseweg (midden) en de Jan Steenlaan (rechts, toen Dwarsweg). Het gebied was in bezit van een beperkt aantal eigenaren waarvan het bezit in kleur omlijnd is. Het zijn:

donkerblauw - Baron G.C.D. van Hardenbroek uit Hardenbroek, met boerderij Leijenhoeve (41), afgebroken in 1975, die stond  op de plaats van de voormalige politiepost. Er stond ook al een schapenschuur (63).
groen - A.G. Bilders, bakker in Utrecht, met boerderij Eik en Heilust (16), afgebroken rond 1900. Daarvan resteren alleen nog wat daggelderswoningen, gelegen aan Kees Boekelaan 8, eerder de Champignonhoeve, nu Eikenlust genoemd.
paars - de erve Nicolaas Theodorus van Voorst, met boerderij de Voorst (25). Het huis is de enige boerderij die hier nu nog staat, en heeft tussen 1977 en 1990 als burgemeesterwoning gediend.
lichtblauw - Evert Janse van Ooijen, bouwman in De Bilt, met boerderij Leijenoord (31), afgebroken in 1979. Zijn naam leefde lang voort in de van Ooijensteeg, sinds 1969 Kees Boekelaan. Hij was een van de weinige eigenaar-boeren in De Bilt.
rood - W. Diemont, met Jagtlust (78), en boerderij Eikelestein (51) op de hoek van de huidige Spoorlaan en de Leijenseweg, afgebroken in de jaren dertig.

Hieronder staat de situatie rond 1900 op de topografische kaart van 1905 (herdruk 2005, uitgeverij Nieuwland). Behalve de spoorlijn, het station, het stationskoffiehuis en de villa's Oase en Ensah, is er in de omgeving nauwelijks iets veranderd. Snel na 1900 volgden de nieuwe villa's langs de Soestdijkseweg, maar die staan hier nog niet ingetekend.

Station De Bildt in 1885. Noord is boven. Er is in 1885 nog steeds nauwelijks bewoning bij Station De Bilt, maar het oude wegenpatroon is er al wel met de bestrate Soestdijkseweg (tolweg tot 1929), Leyenseweg, en wat nu de 2e Brandenburgerweg is. Wat later Park Vogelzang wordt, bestaat uit gemengd bos, wat weilanden en de boerderijen Leijenoord ten westen van het spoor en Leijenhoeve en Eikelestein ten oosten daarvan, aan de Leyense weg. De boerderijen hebben een boomgaard en een groententuin, bij Eikelestein is de boomgaard omzoomd met bomen ((fruit)bomen zijn punten). Waar nu Inventum is, stond een schaapskooi (S.K.). Oostelijk daarvan een blok van acht arbeiderswoningen die in 1885/86 gebouwd zijn. Rond het station, met koffiehuis Dennenhoeve,  en langs de Soestdijkse weg waren nog heideveldjes (rood). Donkergroen is naaldhout, lichtgroen loofhout; als er puntjes in staan is het opgaand hout, anders kreupelhout. Zeer lichtgroen zijn weiden, en wit is bouwland.

Het witte, ontgonnen gedeelte oostelijk van de Soestdijkseweg en het aangrenzend bos waren tussen 1838 en 1854 eigendom van Huibert Vogelzang. Zijn boerderij "Vogelzang", gebouwd in 1840, en een tweetal opstallen staan ingetekend op de hoek met de Boslaan.

Toen de trein frequenter ging rijden (in 1902 al 52 treinen van en 52 naar Utrecht, en verbindingen naar Zeist en Baarn) werd Station De Bilt eind 19e eeuw ontdekt als een ideale woonplaats voor kapitaalkrachtigen. In 1898 werd in Utrecht de "Maatschappij tot Exploitatie van Bouwterreinen aan het Station De Bilt" opgericht. Een projectontwikkelaar zouden we nu zeggen. Directeur was Leendert Hubertus Westerhout, een Utrechtse aannemer en steenfabrikant. Deze maatschappij kocht in 1900 de grond van de eigenaar van Jagtlust. Westerhout deed ook de eerste bouwaanvragen.


UN 20 maart 1900

UN 9 november 1900


UN 1-2-1906

Vanaf 1900 verrezen in rap tempo kapitale villa's langs de Soestdijkseweg en de Prins Hendriklaan. In 1903 is de Maatschappij veranderd in "N.V. Villapark Station De Bilt", met H.C. van Benthem als directeur.

Voorgenomen wegenplan van Villapark "Vogelzang", opgetekend circa 1900.  Het wegenplan is in 1903 vrijwel geheel zo uitgevoerd. De ingetekende huizen zijn waarschijnlijk alleen bedoeld om een indruk van de kavelindeling van het park te geven. Aan de westzijde van de Soestdijkseweg worden wel Villa Adriana en Villa Essenburg met name genoemd. Deze kwamen april 1901 gereed. Villa Essenburg, als oudste nog bestaande villa van Bilthoven, staat op Soestdijkseweg 265.


Al in december 1899 werd de nevenstaande kaart gemaakt met een nog parkachtiger karakter. Daarvan is alleen het deel ten oosten van de Soestdijkse weg overgenomen.

Zoals uit bovenstaande kaarten blijkt, had het plan van meet af aan de naam "Vogelzang", die ontleend was aan de naam van de boerderij met opstallen op de hoek van de Boslaan die in 1840 gebouwd waren door Huibert Vogelzang (in 1800 geboren in Ravenswaay in de Betuwe), de eerste ontginningspioneer van 10 hectare tussen de Soestdijkseweg, Boslaan en het Israëlisch kerkhof, later het Jodendom. Hij was in 1826 getrouwd met Maria Hak en kwam met 6 kinderen naar De Bilt. In eerste instantie had hij de grond in 1838 van de Domeinen in erfpacht gekregen tegen een canon van 8 gulden per jaar, maar later kreeg hij het toch in eigendom want hij verkocht het rond 1852 aan jhr. H. van den Bosch, de toenmalige eigenaar van Jagtlust. Zelf vertrok hij met zijn gezin in 1854 naar de net drooggelegde Haarlemmermeer, met ongetwijfeld betere landbouwgrond.

De boerderij heeft na zijn vertrek de naam 'Vogelzang' behouden, want werd bij de openbare verkoop van Jagtlust in 1882 aangeduid als "drie woningen en een gemeenschappelijke schuur, genaamd 'Vogelzang'". De boerderij en opstallen, waar volgens onbevestigde overlevering ook een tapperij was gevestigd, werden in 1900 afgebroken door de "Maatschappij tot Exploitatie van Bouwterreinen aan het Station De Bilt" die deze gronden in dat jaar van Jagtlust had gekocht. Op de bovenstaande plankaarten was het terrein ten oosten van de Soestdijkseweg precies het oorspronkelijke terrein van Huibert Vogelzang. Zie Damsté (1974).

De oudste foto's van het gebied van Park Vogelzang geven een goede indruk van het heide- en boslandschap waarin de eerste villa's werden gebouwd.

De hoek Leyenseweg - Soestdijkseweg in augustus 1905. We kijken naar het noorden waar de daken van eerste villa's aan de westzijde van de Soestdijkseweg en de Prins Hendriklaan net zichtbaar zijn. Langs de wegen staan vrij jonge beuken?bomen en rechts is het productiebos van Jagtlust met dennen te zien.

De eerste villa in Station de Bilt was Villa Ensah, ten noordoosten van de spoorlijn, voltooid in maart 1900, terwijl in datzelfde jaar ook de villa Oase ten zuiden van de spoorlijn werd voltooid. In de jaren 1900 en 1901 werden in Park Vogelzang 12 bouwaanvragen afgegeven voor villa's aan de Soestdijkseweg.

De eerste villa's aan de oostzijde van de Soestdijkseweg in 1903, naar het noorden gezien. Het zijn vier dubbele villa's met geheel links Oase bij het spoor. Er lijken hier voornamelijk al wat oudere beukenbomen te staan.

Tussen 1908 en 1912 werden er door officieren die een opleiding volgden in terreintekenen van het gebied tussen de lijnen Hilversum-de Bilt, Zeist-Woudenberg, Woudenberg-Hoevelaken en de Zuiderzee, zogenaamde krijgsspelkaarten gemaakt (1:10.000), voor krijgsspelen, militaire oefeningen. Tot dat gekarteerde gebied behoorde ook Station De Bilt, dat gezien de bebouwing al rond 1907 verkend moet zijn. Het stratenpatroon met de eerste huizen is goed te zien, dwars over het oude landschap heen. Maar er is wel iets vreemds met die kaart. De naam Bilthoven die erop vermeld staat dateert pas van 1917. Een andere onnauwkeurigheid is dat de Spoorlaan en de Nachtegaallaan, en de Boslaan en de Kruislaan, niet in elkaars verlengde liggen. [lees artikel over de krijgsspelkaarten]

Park Vogelzang circa 1907.  De eerste 27 grote villa's en de bomen  (puntjes) staan er  - en de meeste nu nog. Meer woningen  zouden  spoedig volgen. Aan de Prins Hendriklaan staan aan het pleintje de villa's Eik en Hoek (1904),  Waldo (1906) en Zonnehof (1903), aan de laan zelf Hawda (1904), Devia (1903) en Westklip (1904). Er zijn ten ten zuiden van de Leijenseweg geen villa's ingetekend; de eerste werden daar vanaf 1907 gebouwd.

De grond waar de wegen van Park Vogelzang moesten komen was van de Explotatiemaatschappij en moest eerst door de gemeente gekocht worden. Daarna werd wel weer afgesproken dat de Maatschappij 2/3 van de kosten van aanleg van wegen en lantaarns moest dragen. Zo werden in 1903 grindwegen aangelegd en op 24 juli 1903 werden de namen van alle wegen in De Bilt vastgelegd waaronder in Station De Bilt de reeds bestaande Soestdijksche weg, Boslaan en Leyensche weg, en de nieuwe Nachtegaallaan, Vinkenlaan, Merellaan, Spoorlaan, Prins Hendriklaan, Kruislaan, Middellaan, Jachtlaan en Kortelaan; de Koppellaan kreeg 28 februari 1929 zijn naam en was daarvoor deel van de Kruislaan. Burgemeester en wethouders spreken in die tijd steeds van Park Vogelzang en de namen van de straten in de oorspronkelijke ontginning van Huib Vogelzang zijn daar uiteraard op geïnspireerd. De namen van de Spoorlaan, Prins Hendriklaan, Nachtegaallaan, Vinkenlaan, Merellaan en Jachtlaan (van Jagtlust) spreken voor zich; de Kruislaan, Kortelaan en de Middellaan lijken weinig fantasievolle beschrijvingen van de situatie, evenals later die van de Koppellaan. Terwijl de recente Wissellaan weer refereert aan het spoor.

Straten in de beginjaren. De Kruislaan (blauw) liep helemaal van de Soestdijkseweg tot de Leijenseweg en kruiste de Prins Hendriklaan en de Middellaan. In 1929 werd de situatie te verwarrend bevonden en kwam de huidige indeling, met de nieuwe naam Koppellaan in gebruik. De veranderingen: (1) de Spoorlaan werd in naam door getrokken tot de Leijenseweg, (2) het resterende westelijke deel van de Kruislaan werd samen met het noordelijke deel van de oorspronkelijke Middellaan, de Koppellaan en (3) de Kruislaan stopt derhalve nu bij de Koppellaan.

Bomen die stonden op de grond van de wegen en in de plantsoenen werden ook door de gemeente gekocht. De Heidemaatschappij kreeg in 1904 de opdracht tot het beplanten van de wegen en de drie plantsoenen. 17 maart 1904: "40 nog levende beukenbomen, welke voor de beplanting van Park Vogelzang niet meer te gebruiken zijn, onder het werkvolk, hetwelk met de beplanting bezig is, te verdeelen, evenals de sparretjes, welke van van de gedeelten plantsoen komen." Er stonden blijkbaar beuken, sparren, en waarschijnlijk ook wel dennen op het terrein. De nieuwe bomen langs de wegen werden voorzover dat nu nog te beoordelen is: Amerikaanse eiken langs de Spoorlaan, voornamelijk beuken langs de Prins Hendriklaan, Amerikaanse eiken en beuken langs de Kruislaan, en acacia's op het pleintje. 

Ook werd er na enig gesteggel met de Exploitatiemaatschappij over betaling, de waterleiding en een riool aangelegd en er kwamen brandkranen. Een speciaal brandspuitershuisje, voor het opbergen van materieel, werd gebouwd op een terreintje van 40 m langs de spoorlijn. 60 straatnaamborden voltooiden in 1904 de eerste fase van de nieuwe wijk.

Er worden in de eerste jaren alleen grote villa's gebouwd, vanaf 1904 ook langs de Prins Hendriklaan. Daarna gaat men over op de kleinere villa's aan de noordelijke Prins Hendriklaan, het begin van de Leijenseweg, de Spoorlaan en de huidige Koppellaan. Deze kleine (witte) villa's zijn tussen 1909 en 1915 gebouwd.

UN 28-8-1909

UN 6-10-1910


UN 21-10-1910

UN 27-10-1910

UN 12-06-1911

UN 14-7-1911

UN 6-10-1911

UN 30-7-1912

 

De kadastrale kaart van 1935 (1:25.000, bonnekaart) beschrijft feitelijk de bebouwing rond 1928, vlak voor de verdere invulling van de wijk. Het hart van de wijk is nog behoorlijk groen en weinig bebouwd.  Merk op dat de huizen aan het einde van de Spoorlaan (westzijde) er nog niet staan, evenmin als de huizen daar aan de Leijenseweg, en dat de Middellaan en de Kruislaan nog grotendeels onbebouwd zijn. De Prins Hendriklaan ten zuiden van de Kortelaan (hier niet zichtbaar) moet ook nog bebouwd worden. Kaart is interactief beschikbaar via www.topotijdreis.nl

 

Dan volgt in golven een vulling van de lanen: rond 1928 wordt in korte tijd de Middellaan, de westelijke zuidrand van de Spoorlaan, en de Prins Hendriklaan tot de Kortelaan volgebouwd, rond 1938 volgt de westelijke noordrand van de Spoorlaan, de Leijenseweg bij Inventum, en het verdere zuidelijke deel van de Prins Hendriklaan. De wijk is rond 1940 vrijwel voltooid. Als na de oorlog het Jachtplan wordt gebouwd verdwijnen de oude arbeidershuizen aan de Leijenseweg en ook drie grote villa's aan de zuidwest-zijde van de Prins Hendriklaan. Ook verdwijnen nog de villa's Eik en Hoek en Zonnehove aan het pleintje met de Kruislaan, en komt daar, en in resterende kavels, de nodig nieuwbouw.

Bedrijvigheid
Aan de Spoorlaan waren van oudsher veel winkels en bedrijven te vinden (zie ook de beschrijving van huizen en bewoners). Op de hoek met de Prins Hendriklaan stond op nr 2 café-restaurant Spoorzicht (later zonweringsbedrijf Schipper), dan volgden melkhandel van Dijk, een kapsalon - later notariskantoor in den Bosch, nu Volvox, smederij van Angeren - later metaaldraaierij Löffeld, een vleeshouwer - later kippenpoelier Linnenbank, een meubelmakerij - later melkboer Pos, terwijl op nr 22 in de jaren twintig en dertig een fabriek van Egyptische sigaretten was gevestigd - later tentoonstellingsbouwer Hypsos en nu Mazdagarage Zwambag, en daarnaast nog op nr 24 nog een filiaal van brandspuitenfabriek van Bergen. Er wordt ook nog melding gemaakt van een knopenfabriekje. Vanaf eind jaren vijftig woonde melkboer Pos op de hoek met de Koppellaan. Na de bocht van de Spoorlaan zaten aan de buitenzijde nog aannemer Strübbe, een fourage- en een brandstoffenhandel. Aan de overzijde zat nog een melkhandel, van Veldhuizen. Op den duur konden de meeste middenstanders het aan de Spoorlaan echter niet bolwerken, onder andere door de concurrentie van de winkels aan de Julianalaan.

Aan de Middellaan stond nog de Instrumentenfabriek van H.M. Smitt (van 1913-1984), en aan de andere kant van de Leijenseweg al vanaf 1908 Inventum.

In 1919 werd aan de Leijenseweg de Openbare Lagere school gebouwd, in 1931 uitgebreid met een ULO afdeling. Eind jaren tachtig was deze een ruïne geworden, en na sloop werden op dit terrein en dat van de voormalige Instrumentenfabriek van H.M. Smitt woningen en appartementen gerealiseerd.

Bronnen
P.H. Damsté (1974), Huibert Vogelzang - Een Bilthovense kolonist, Oud Utrecht p78-81, zie https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/287813
Jan van der Heijden (1993), Beschermd dorpsgezicht in het Park Vogelzang
J. van der Heijden en L. Haan, Inventarisatie bouwaanvragen gemeente de Bilt 1895 - 1913 (1995)
J.H. Jonckers Nieboer (1937), Hoe Bilthoven groeide, heruitgave 1987 - Historische stichting "Oostbroek en de Bilt"
J.W.H. Meijer (1981), 100 Herinneringen aan oud De Bilt en Bilthoven
Rienk Miedema en Ellen Drees (2003), Een rondje De Bilt - Bilthoven ïn de jaren vijftig, zestig en zeventig, ISBN 90-72548-20-5
Emmie Vos (1992), Over Park Vogel(en)zang in de notulen van de vergaderingen van B&W van de gemeente De Bilt
De Bilt in 1832, Grondgebruik en eigendom, Kadastrale atlas provincie Utrecht
5 (1999). Bijdrage van E.M. Haan-Beerends, kaarten en Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels.

Aangepast op 20-07-2019
Webbeheerder:  Koppellaan 2